donderdag 5 september 2013

Op vier wielen naar Estella

Achtentwintigste dag, donderdag 5 september 2013
Saint-Palais – Pamplona – Estella


Vanochtend om halftien stopte het taxibusje voor het hotel, terwijl we nog heerlijk achterom in de schaduw zaten. Het zat al hartstikke vol met koffers. We vroegen ons af hoe onze fietsen daar nog bij konden. Maar de chauffeur stelde ons gerust; een aantal koffers moest onderweg naar St.-Jean-le-Vieux nog ergens afgeleverd worden. Dus kon er met een gerust gevoel vertrokken worden. Als een Vliegende Fransman scheurde hij over de wegen. Eerst door Uharte-Mixe, langs ons laatste fiets-overnachtingsadres, de gîte L’Escargot. Dat raakte ons wel even, maar riep ook mooie herinneringen terug, met name aan de groep Canadezen (zie foto).

Tijdens de rit herkenden we nog meer plekken die we maandag op de fiets gepasseerd hadden, en uiteindelijk kwamen we bij het huis van madame Valérie. Haar ontvangst was hartelijk. De bloemen werden in ontvangst genomen met de mededeling dat dit echt niet nodig was geweest, maar je zag aan haar dat ze het erg leuk vond. De garagedeur werd geopend en daar stonden ze dan, onze stalen/aluminium reisgenoten, nog met volle bepakking. Er werd een fietsendrager op het busje gemonteerd, de bepakking ingeladen en koers gezet richting Spanje.

Even later waren we in St.-Jean-Pied-de-Port, de beroemde pelgrimverzamelplaats, waar voor de meeste lopers hun camino begint. Wat een drukte daar. Het leek Valkenburg wel. Van daaruit reden we door naar Arneguy, de Spaanse grens, waar we even uitstapten voor een fotomoment. Daarna verder naar Valcarlos, waar de echte beklimming van de Ibañeta begint. Dat was voor Gerry en zeker ook voor mij toch wel een belevenis, temeer omdat ik er een paar jaar geleden op mijn tocht met May nauwelijks iets van gezien had vanwege de dichte mist. Het was heel bijzonder. Regelmatig haalden we lopers en fietsers in die naar boven zwoegden. Gerry vond de klim wel erg lang en op sommige plaatsen erg stijl en bochtig. Stel je voor… maar goed, daar moeten we maar niet meer aan denken.

En daar was dan de kapel met het kruis. De top van de klim. Weer even de camera gepakt om ook dit moment vast te leggen. Onze chauffeur, een student, die deze ritten deed als vakantie-werk, knipte er ook een paar waar we allebei opstonden.
Van de top van de Puerte de Ibañeta was het nog maar een klein sprongetje omlaag naar Roncesvalles. Daar stond de taxi uit Pamplona al klaar. Nadat alles was overgeladen namen we afscheid van ‘onze’ Fransman, die het busje keerde en terug richting Frankrijk verdween.

In het Spaanse busje reden we (langs het vaak gefotografeerde bord ‘Santiago de Compostela 790’) verder de berg af. Op weg naar de volgende klim, de Puerto de Erro, 800 meter hoog. Op de top kon ik mij nog de plek herinneren waar ik met May een rustpauze gehouden had, terwijl de lopers uit het struikgewas tevoorschijn kwamen en hier de weg overstaken om hun camino te vervolgen. Voor de rest was het beeld al behoorlijk vervaagd.
Op de Aeropuerto van Pamplona, niet meer dan een lokaal vliegveldje, te vergelijken met ons Maastricht-Aachen Airport, hebben we ‘onze’ auto in ontvangst genomen en alle bagage, inclusief onze fietsen, ingeladen. We vervolgden de auto-camino richting Puente La Reina.

Vertrouwde beelden kwamen weer terug… de dag toen ik in Puente la Reina met May stopte voor de refugio van de paters Reparadores, precies ter hoogte van het grasveld waar we toen onze tent opgeslagen hadden. We stopten hier en maakten een wandeling door de Calle Mayor, de hoofdstraat, tot aan het zijstraatje naar de beroemde brug, waar het stadje zijn naam aan dankt: ‘brug van de koningin’, Doña Mayor, die ze lang geleden had laten bouwen. Alsof ik hier vorige week nog geweest was… niets veranderd. Al eeuwen trouwens niet. In een cafeetje bestelden we een stuk spinazietaart en een lekker fris glaasje ‘spa’.

Na Puente la Reina reden we over de NA110 (de camino-fietsroute, zie deze nostalgische kiek uit 2009…) verder richting Estella. Onderweg bogen we even af naar Cirauqui, met zijn twee kerken schilderachtig op een heuveltop gelegen. Deze kerken bevatten elementen van de Moorse bouwkunst. Helaas waren ze dicht. Het dorp heeft nog nauwelijks iets van zijn middeleeuwse karakter verloren.

Nu zijn we in Estella, waar we de nacht zullen doorbrengen in de jeugdherberg, de albergue juvenil. Voor Gerry de eerste keer om met meer mensen op een kamer te moeten slapen. Ik ben benieuwd.
Ons doel voor morgen is Burgos, als we tenminste niets anders bijzonders tegenkomen. We zien wel en laten ons verrassen. Maar één ding is zeker: je beleeft alles héél anders dan op de fiets.
Buenas noches.
FenG

_________________________________

Van de internetmogelijkheid in Estella maakten onze toeristische pelgrims gebruik om een behoorlijk aantal foto's door te sturen, waarvan er een paar in het bovenstaande bericht opgenomen zijn.
De rest wil ik jullie zeker niet onthouden.


Afgelopen maandag waren onze (toen nog) pelgrims vroeg vertrokken naar de Spaanse grens. De mist hing nog in de dalen, een majestueus gezicht. Ze bevroedden toen echter nog niet hoe het hun deze dag verder zou vergaan. Want...

... een paar uur na het knippen van de bovenstaande foto lag Frans met een hartritme-stoornis in het ziekenhuis van Saint-Palais aan de slangetjes. Het fietsen was voorbij... maar het leven gaat (gelukkig) door.

Gerry in Hôtel de la Paix aan de computer. Jammer dat mademoiselle Jennifer er niet bij staat, want dat was de reddende engel in de nood...

Woensdag werd een wandeling door Saint-Palais gemaakt. Het interieur van de église Saint-Paul was best bijzonder met die grote schilderingen.

Zulke fraaie, welriekende 'resten' vindt men normaal niet in een toiletpot. Maar wat doe je anders als je in de Zuid-Franse hitte dit boeket een dag vers moet houden..?

Vandaag, donderdag, begint het gedwongen toeristische deel van de pelgrimage. Voor Frans hier en daar een feest van herkenning... zij het met ambivalente gevoelens. Maar toch: dit was wat hij Gerry wilde laten zien. Hier de kerk El Crucifijo (de Gekruisigde) van de paters Reparadores in Puente la Reina.

Het altaar in de Jacobskerk van Puente la Reina is een artistiek blokkendoosbouwwerk van ten hemel stijgende elementen, tot de gewelven toe, goud en bladgoud... blink, schitter... een ekster zou er helemaal gek van worden...





2 opmerkingen:

  1. Hallo pelgrimtoeristen, helaas, als je maar komt, wat je uiteindelijk Gerry wilde laten zien, dat moet je meemaken, kun je niet in woorden vatten, voelen moet je dat, dat zei Toon Hermans ooit.Wij hopen dat het jullie goed vergaat op deze manier, dappere dodo's zijn jullie,ook petje af al hebben wij dat niet. Er zou ook een boek over moeten verschijnen!May????
    Wij lezen vol belangstelling jullie vervolg van deze reis.Hou je goed en lieve groetjes uit de Bottelroosstraat, Corry en Freek (p.s een boek over hoe het ook anders kan gaan in zo'n pelgrimage)

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Nogmaals, ps. foto 10 laat wel zien dat het bedje erg smal is en dat Frans toch nog ondeugende "oogjes"heeft, of is dat toneel?
    we horen het wel als jullie thuis zijn.

    BeantwoordenVerwijderen