zondag 1 september 2013

De Pyreneeën tegemoet

Vierentwintigste dag, zondag 1 september 2013
Saint-Paul-lès-Dax – Uhart-Mixe, 73 km
Totaal 1638 km





De klok van de église Saint Paul slaat zeven. Tijd om op te staan, ontbijten, inpakken, het huisje opruimen, afsluiten en de sleutel op de ‘geheime plek’ leggen. Het uitrijden van de stad verloopt vlekkeloos omdat we gisteren de stadplattegrond goed bestudeerd hebben. We zitten op een nogal drukke weg… totdat we na een kilometer of zeven bij het zien van de wegwijzer naar Heugas tot de conclusie komen dat we op de verkeerde weg zitten, een eind westelijk van de route. Terug naar Dax lijkt geen optie, dus kiezen we voor een verplaatsing oostwaarts door de binnenlanden.
Bij het woord ‘binnenlanden’ weet je ’t al: verschrikkelijke klimmetjes. Onnodig gesmijt met krachten die je later op de dag nog hard nodig hebt. Het is intussen wel duidelijk dat de vlakte van Les Landes nu definitief achter ons ligt…

Eenmaal op de D29 rijden we door het fraaie groene en heuvelachtige landschap van de Béarn, het Franse Baskenland. In de heiige verte grijnzen ons de Pyreneeëntoppen tegemoet.
‘Joa, kammerade, hei kome vier’, pocht Gerry strijdvaardig, ‘gôt mar alvast ee bietje durch de kneijje…’

De D29 slingert zich met vele bochten door de heuvels. Na het dorp Cagnotte volgt nog een stevige klim, en daarna dalen we af naar Peyrehorade, in het dal van de Gave d’Oloron. Daar houden we onze eerste pauze. Er is net rommelmarkt, dus niet alleen terrasje... Maar het moet als rechtgeaarde Hollanders helaas blijven bij 'niet kopen, alleen kijken'. Dat is het nadeel als je met de fiets onderweg bent…

Na Peyrehorade mogen we nog twaalf kilometer langs de oever van de Gave. Tot Caresse, waar de hoofdroute rechtdoor naar Oloron en de Somportpas leidt. Maar wij hebben voor de zogenaamde Navarraroute gekozen, via St.-Jean-Pied-de-Port en de Ibañetapas. Daarom hier dus rechtsaf richting Saint Palais. Al gauw wordt het een heel stuk golvender en volgt het ene klimmetje na het andere. En dat in een brandende zon. Vanmorgen was het nog ietsjes mistig, maar tijdens het eerste omrijden was het al snel warmer geworden, zeg maar gerust heet. Als je ergens stopt moet je dat echt in de schaduw doen. Maar nog altijd beter dít, dan storm en regen.

In Saint Palais, een wat grotere plaats, maken we een tweede pauze en bellen alvast naar de refuge in Ostabat om te reserveren. Maar die is nu al ‘complet’. Dan maar verder op de bonnefooi. Na weer opgestapt te zijn krijgen we de uitsmijter van de dag voor de kiezen: een serieuze, lange en steile klim met een hoogteverschil van meer dan honderd meter. Gelukkig – dat dan wel weer... – gevolgd door een heerlijke, lange, dikverdiende afdaling, die ons in het dorp Uhart-Mixe doet belanden. Hier ontdekt Gerry een bordje naar een Gîte d’Étape.
Het gîtehuis zelf blijkt al volgeboekt, maar achterom kun je de tent opzetten of een ‘mobil home’ huren, een stacaravan. We kiezen voor het laatste. Na het installeren lekker douchen en daarna plat op ligstoelen in de schaduw. En een uurtje ‘eungere’, tukkie doen.

's Avonds om acht uur is het tijd voor de pelgrimsmaaltijd, samen met de overige gasten. Allereerst een groep van acht Frans sprekende Canadezen uit Quebec, van wie er maar één Engels spreekt en zo als tolk kan fungeren; en nog een ‘caminostelletje’ dat onderweg spontaan ontstaan is, bestaande uit een Spaanse ex-politieman (door een schot in zijn benen met vervroegd pensioen) en een leuke Zweedse. Best een internationaal, zelfs intercontinentaal gezelschap. De maaltijd is puik: eerst een dik gevulde groentesoep, dan ‘piperade’, een puree van verse tomaten met soucis et jambon, geserveerd met rode wijn, rosé en water, daarna frommage met een zoet blokje (een smakelijk contrast!) en als dessert een koud geflambeerd puddinkje. Uit de kunst. Tenslotte wordt er nog een roodachtige regionale ‘sjnaps’ geschonken, een beetje pastis-achtig, met ijsblokjes. De gezelligheid stijgt met de minuut.

Weer terug in ons ‘home’ wordt May gebeld. We kijken terug op een pittige dag. Nondeknetter, wat hebben we een paar keer moeten afzien! Maar we hebben het weer doorstaan.
Morgen zullen we niet in St.-Jean-Pied-de-Port overnachten - dat is zo’n drukke kermisachtige toestand… Wel houden we daar een pauze en rijden dan door, over de Ibañetapas naar Roncevalles.

Tot zover het door Frans voorgelezen dagverslag. Het gezellige etentje lijkt hem een beetje in zijn tong geslagen.
Al met al vindt hij het weer een prachtige dag geweest.
‘Das war das Wort zum Sonntag’, hoor ik Gerry op de achtergrond giechelen.

Morgen beginnen we vanaf St.-Jean-Pied-de-Port met het derde en laatste routeboekje van Sweerman. We rijden dan Spanje binnen. De stad van Jacobus komt in zicht.

3 opmerkingen:

  1. Frans,een goede raad: blijf van de koffie en de lokale schnaps af, dat gaat niet goed komen als je gids voor Gerry bent! Wij hebben deze week ook onverwachts geborreld met een Breton, dat was ook kantje boord,maar d'accord, als Spanje in zicht komt, kun je ook met de afdaling beginnen en je voorbereiden op de "intocht" wat een vooruitzicht!We blijven in gedachten met jullie meefietsen en....klimmen! Bon Voyage!Groetjes uit weer: de Bottelroosstraat, Corry en Freek

    BeantwoordenVerwijderen
  2. En weer een prachtig verhaal van Frans en May. Op zondag mag je een borrel meer!! Geniet ervan. Mijn bewondering voor jullie wordt steeds groter, en het wordt steeds spannender, hoe dichter jullie bij Compostella komen. Ga zo door.

    Groetjes uit Gemert, Mieke

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Hallo lieve pelgrims, net weer een zo ineressante bericht gelezen. Wat zijn wij toch een stel luiaards,zitten op makelijke stoelen, liggen in zachte bedden, eten hutspot met speklappen en gehaktballetjes en ga zo maar door.
    Nee, onze bewondering stijgt met elk bericht! Nu zijn jullie alzo ver van thuis en we hopen dat het met jullie verder zo goed gaat dat het fietsen af en toe toch een plezier is. Lieve groeten Frans en Annemarie

    BeantwoordenVerwijderen