vrijdag 13 september 2013

Vliegtuig geland, wij voorlopig nog niet…

Santiago – Düsseldorf – Bakel, dinsdag 11 september 2013


Tegen half tien stegen we in Santiago op nadat we vanaf zeven uur ’s ochtends bezig waren geweest met de voorbereidingen: auto afleveren, fietsen inpakken en afleveren… tijd genoeg, dachten we, maar uiteindelijk hadden we nog moeten rennen!
We hadden een vlucht met een tussenlanding in Barcelona. Toen we daar nog aan de grond stonden hebben we Peter even ge-sms’t dat we over een halfuur zouden vertrekken. Volgens de bemanning dan. Maar het duurde iets langer. Het hoe en waarom daarvan werd niet bekend gemaakt, maar er leek iets met de verkeerstoren.
Maar uiteindelijk was het dan zover. Het vliegtuig versnelde, vol-gas over de startbaan, je wordt in je stoel gedrukt, de neus gaat plots steil omhoog en je bent los van de grond. Meteen werd een scherpe bocht naar links ingezet en zag je diep onder je de schepen op zee en de kustlijn die in noordoostelijke richting gevolgd werd. Na een tijdje kwamen de besneeuwde Alpen in het zicht, schitterend in het zonlicht. Maar de bewolking werd al gauw dikker en toen was het voorbij met die mooie panorama’s. Er was al gemeld dat het thuis regenachtig weer zou zijn.
Zo rond kwart over twee werd het dalen al ingezet. Af en toe kon je tussen de wolken door de grond zien, en de speelgoedautootjes op een Madurodam-autobahnen. De landing was perfect.

In de aankomsthal zagen we Nancy en Peter aan komen lopen. Fijn om elkaar na een dikke maand weer te zien. De fietsen werden met box en al op de fietsendrager gezet en het laatste deel van de reis naar Bakel kon beginnen.

Bij het binnenrijden van de straat zagen we onze blogfoto op de bomen hangen met de woorden ‘Welkom Thuis’. De carport was versierd met twee Spaanse vlaggen. En binnen waren slingers opgehangen en lagen er kaarten en kaartjes die ons begroetten. Een geweldig gevoel dat zovelen zich bij ons betrokken voelden.

En dan ben je weer terug in eigen omgeving, Weer wennen, zoveel ruimte, zo'n schoon huis en een tuin, die is bijgehouden. Wat is alles gegroeid! Heerlijk.
Toen May belde nam Gerry op. ‘Ja, we zijn wel thuis, maar toch nog niet echt geland…’

Nu moeten we weer de draad oppakken, maar dat gaat vrij snel.
We kijken terug op een mooie tijd met veel emoties en gaan nu verder met de afwikkeling van de gestarte behandeling van Frans en alle dagelijkse zaken.
Nogmaals dank aan iedereen, ook voor de wensen van beterschap.
Groeten,
Frans en Gerry

maandag 9 september 2013

Afscheid van Santiago

Tweeëndertigste dag, maandag 9 september
Santiago de Compostela


Wat mooi als je wakker wordt, de gordijnen openschuift en de kathedraal van Jacobus boven de daken uit ziet torenen. Genieten. Maar dat niet alleen: er was vandaag nog het een en ander te doen.
Ons ‘boodschappenlijstje’ hadden we al klaar. Eerst ontbijten en toen naar het vliegveld om ons te oriënteren en de thuisvlucht voor te bereiden. Gelukkig maar. De faciliteiten bleken enorm uitgebreid. In plaats van het relatief kleine gebouw van vier jaar geleden staat er nu een enorme hal, een volwassen mondiale Aeropuerto, met eronder liefst vier lagen parkeergarage. Dat was dus even wennen.

In de vertrekhal zochten we naar de infobalie van Veuling, onze vliegmaatschappij. Op de vraag hoe het moest met onze fietsen werden we verwezen naar de ‘inpakker’, de man die alles in krimpfolie inpakt. Van hem kregen we precies te horen wat er van ons verlangd werd.
De ketting met demontagegereedschap van vier jaar geleden bestond niet meer. Het voorwiel moest verwijderd worden, het zadel zo laag mogelijk en het stuur parallel gedraaid met het frame. Verder de pedalen eraf, waarna het geheel met folie in een kartonnen doos wordt ingepakt. Het voorwiel van Gerry’s fiets heeft moeren, waarvoor een ‘sleutel 19’ (voor de kenners) nodig is. Even een probleempje. Maar dat werd bij het terugrijden naar Santiago opgelost bij een tractorbedrijf, waar een monteur de moeren alvast een beetje losdraaide, zogenaamd ‘handvast’.

Vanaf het middaguur zijn we met een gerust gevoel de stad ingetrokken. Bij het binnenrijden van Santiago vanaf het vliegveld staat nu een gigantisch, architectonisch fraai winkelcentrum. De vorige keer was op deze plek nog een omheind braakliggend terrein, waar we toen onder de hekken doorkropen om de weg naar de camping af te korten.
We hebben vanmiddag een mooie wandeling gemaakt in een groot park. Heerlijk genoten van de koelte onder de grote, subtropische bomen.

En zo vliegt de tijd. Nog een enkel kopje ‘americano’ en dan slenteren tussen het winkelende publiek, de aankomende pelgrims - en een enkel waarachtig exemplaar uit vroeger eeuwen - en ook de toeristen op weg naar hun hotel. Bezienswaardig is Santiago in alle opzichten.

Tenslotte hebben we nog even het ‘toeristentreintje’ genomen om wat extra info op te doen en nog wat plekken te zien waar wijzelf normaliter niet zouden komen.

We gaan nu onze bagage inpakken, vanavond nog wat eten en daarmee ons verblijf in Santiago de Compostela afsluiten.

Het was voor ons een bijzondere ervaring. Eerst drie weken samen fietsen, eraan wennen om zo intensief bezig te zijn. Mooie momenten, uitputting, genieten, verkeerd rijden, meningsverschillen over de route, goed, voldoende en vooral lekker eten, lichamelijke ongemakken na het slapen in het tentje, genoeg rust nemen, kleding wassen en drogen, fiets onderhouden en zo kun je misschien nog een heel lijstje andere ‘dingen van alledag’ eraan toevoegen.
Maar als je van elkaar houdt zijn al die dingen van ondergeschikt belang en kom je er altijd samen uit. Wij kijken er in elk geval met een heerlijk positief gevoel op terug. Het medische opdoffertje is weer bijna vergeten en daar zullen we thuis mee verder gaan. Gelukkig gaat het nu in ieder geval goed.
We genieten straks van de laatste avond in Santiago. Voor de laatste keer is het dan:
Un cerveza y un vino de la casa, por favor’. Salud!

Nog even dit: nu Gerry een paar dagen niet meer fietst krijgt ze weer last van haar knie. Dus thuis snel weer fietsen!
Bedankt allemaal die onze avonturen hebben gelezen en van commentaar of opmerkingen hebben voorzien.
Een bijzonder woord van dank gaat natuurlijk naar May, die vele uren in de blog heeft gestopt en alle losse berichten altijd tot een fantastisch verslag wist te maken.

Hasta mañana! Houdoe! Tot morgen!
FenG


Tot zover het laatste verslag van Frans. Dagelijks heb ik belangstellend uitgezien naar zijn berichten over hun wederwaardigheden – als er tenminste internetverbinding was. Zo niet, dan hadden we iedere avond telefonisch contact.
Over de vele uren die me deze blog gekost hebben ben ik al eerder openhartig geweest. Andermaal: het was me echt een waar genoegen om mee te fietsen (en met de auto mee te rijden) over wegen die ik grotendeels ken, waar ik zelf ook gefietst, genoten en afgezien heb. Een voortdurend déjà vu. Fijn dat ik op deze manier mee mocht.
Mijn petje af voor mijn ‘zusje’, die voor de eerste keer in haar leven een fietskampeertocht maakte. En dan meteen zó een! Petje? Nee, chapeau!! Waar echte liefde toe in staat is… En Frans, die sterke ‘beer’, waar ik altijd, al dan niet amechtig, achteraan moest zwoegen (bergop tenminste, haha…), die krachtige Frans; dat uitgerekend hém dit zou overkomen voor de poorten van Spanje, daar had ik in de verste verte geen enkele rekening mee gehouden. En dan tenslotte… zó geweldig dat ons Feng-stelletje samen tot zo’n geweldige oplossing kwam om hun tocht in stijl af te sluiten. De steen (en de schelp) is op Cruz de Ferro terecht gekomen, en Jacobus is in zijn eigen ‘behuizing’ bedankt voor het feit dat zij toch bij hem mochten arriveren.
Nogmaals, het was mij een waar genoegen om dit te doen. Voorlopig zal er wel even een zwart gaatje gevuld moeten worden. Maar ieder nadeel heeft ook zijn voordeel: mijn nachtrust. Want om alles dezelfde dag nog op de blog te krijgen moest er vaak ‘gewerkt’ worden tot in de kleine uurtjes.
Maar ik heb ervan genoten. Ook van de meer dan honderd reacties en opmerkingen van onze lezers.

Wie weet, tot ziens, wanneer en waar dan ook.
MAY
_____________________

Uit betrouwbare bron heb ik vernomen dat ze morgen rond half drie zullen landen in Düsseldorf, waar ze opgehaald zullen worden door … dat weet ik niet zeker. Maar vóór donker zullen zeker weer in Bakel zijn!

Tenslotte nog een paar mooie foto's van vandaag.





Santiago – eind goed, ál goed!

Eenendertigste dag, zondag 8 september 2013
Villadangos – Cruz de Ferro – Ponferrada – Cebreiro –Portomarin – Arzúa –Santiago de Compostela


Het was vanochtend vroeg dag in Villadangos. Hartstikke donker was het nog toen we de gordijnen openschoven. Maar toch eruit, we wilden vandaag perse Santiago de Compostela halen, en dat voor het grootste deel via de Sweerman route. De eerste voetpelgrims kregen we al snel in het vizier. Heel vroege vogels.

We konden snel opschieten want behalve de pelgrims was er eigenlijk niemand op de weg. Het was lekker fris omdat de zon nog schuil ging achter de wolken. In Astorga konden we de (fiets-)route even niet volgen omdat de weg met een hydraulische zuil voor doorgaand snelverkeer afgesloten was. Maar met een beetje zoeken lukte het toch in het centrum te komen en er even rond te neuzen.

Daarna begon het echte werk. Klimmen dus, en niet zo'n beetje ook. Het bereiken van Cruz de Ferro op 1500 meter, het hoogste punt van de Camino, vereist een lange, flinke klim. Tot wel 10% en de laatste kilometer nog steiler. Het viel me op dat de kwaliteit van de weg sterk achteruit is gegaan in vergelijking met enkele jaren geleden. Dat maakt het er niet makkelijker op.

Op de stenenberg aan de voet van het Cruz wilden we onze ‘geprepareerde’ stenen neerleggen die we daarvoor speciaal van thuis meegenomen hadden. Ik kon hem al vrij snel uit mijn tassen opdiepen, maar die van Gerry bleek spoorloos. Ze vond het vreselijk. Goede raad was duur. Maar de oplossing was toch dichterbij dan we op dat moment ooit hadden kunnen vermoeden: toen de taxi ons in Saint-Palais ophaalde was de schelp van haar fietstas losgeschoten. Een voorteken? Die schelp hebben nu we bevestigd aan de boomstam waar het ijzeren kruis op staat. Speciaal toch?
Na nog even de diverse pelgrimsrituelen rond het Cruz gadegeslagen te hebben, zijn we aan de afdeling begonnen. Voor fietsers bepaald geen eenvoudige klus, zeker niet op het wegdek zoals wij het aantroffen. Een bonte aaneenschakeling van oneffenheden en veel los materiaal aan de wegkanten.

Even na half elf hebben we in Ponferrada een bocadillo – een half stokbrood met dikke plakken ham en kaas ertussen – gegeten op hetzelfde terras waar ik de vorige keer samen met May, Nelly en Chris gezeten had. Het smaakte nog steeds even perfect. Er waren vandaag burchtfeesten rond en in de Tempeliersburcht, dus werd het verkeer uit de binnenstad geweerd. Veel mensen liepen rond in middeleeuwse klederdracht, een zwarte ondergrond met een weelderige bloemenpracht daarop. We hadden helaas te weinig tijd om er te blijven.

Na Vega de Valcarce begon de stevige klim naar de Alto do Cebreiro, op 1300 meter, gevolgd door nog twee vette pukkels, de Alto San Roque en de Alto do Poio. Ik wist niet dat dit totale klimtraject zo lang en zo lastig was. Toen ik hier destijds naar boven reed heb ik me dat helemaal niet zo gerealiseerd. Gewoon verstand op nul en maar doortrappen.

Vanaf de Poio daalden we het groene Galicië binnen. Triacastela, Sarria, Portomarin… Daar verwachtten wij tegen half drie van bovenaf neer te kunnen zien op een idyllisch stuwmeer, maar het was compleet leeg. Op het plein bij de kerk hebben we lekker wat zitten eten. Deze kerk stond hier vroeger niet. Het oorspronkelijke stadje lag een heel eind lager, zo’n beetje op de bodem van het huidige meer. De kerk bleef behouden. Ze werd steen voor steen afgebroken en op deze plek, hoger op de berg, weer opgebouwd. Alle stenen had men genummerd, de nummers staan er nog steeds op.

Vanuit Portomarin was het nog honderd kilometer, bergop en bergaf. Galicië lijkt wat qua landschap veel op de Ardennen. Via stadjes als Palas de Rei, Melide en Arzúa bereikten we in de middag de afdaling bij San Marcos, waar je de torens van de kathedraal in de verte boven een heuvel ziet uitsteken. Santiago! We zijn er. Met de auto of niet, toch weer een heel apart gevoel.

Gisteravond hadden we via internet alvast een hotel geboekt. Hotel Mexico ... (…what’s in a name..?).
Het ligt tien minuten lopen van de kathedraal en heeft in de kelder een eigen parkeergarage.
Nadat we ons geïnstalleerd en lekker gedoucht hadden, zochten we tegen zeven uur de kathedraal op, waar net op dat moment een dienst begon. Die hebben we gevolgd en dankbaar stilgestaan bij het feit dat we ons einddoel toch bereikt hebben… en dat Frans zich gelukkig weer goed voelt. Dat is op de foto wel te zien.
Na de Mis waren we wel toe aan een wijntje en een biertje. En dat smaakte.

Hasta la Vista!
Feng.
_____________________

Nog en paar foto's van vandaag...

Een grappig Spaans kerkje ergens tussen Astorga en Cruz de Ferro met een vreemd, balkon-achtig timmerwerkje achter het torentje.

Gerry voor de steenhoop onder het Cruz de Ferro. Haar steen kwijt... maar er liggen sowieso al stenen genoeg... daarom maar de schelp aan de boomstam bevestigd. Een nieuwe trend gezet?

Het restaurant in Ponferrada waar de bocadillo's zó voortreffelijk smaken dat ze er in Limburg en Brabant nog jaren over praten...

Bij Pedrafita, een gehucht halverwege de klim naar O'Cebreiro, staat een mooi pelgrimsbeeld tegen het decor van een rond bouwwerkje, dat typisch is voor deze onherbergzame streek.

Genummerde stenen in de buitenmuren van de kerk van Portomarin... zonder die nummers had men ze niet meer opnieuw in elkaar gekregen...

Om zeven uur begon in de kathedraal de Mis. Het Botafumeiro, het grote wierookvat, hangt stilletjes te wachten op volgende diensten waarin het wél weer heen en weer gezwaaid wordt. De Mis is bijna afgelopen. De priester geeft de zegen. In plaats van een kruisteken maakt Frans (of Gerry) een foto...






zaterdag 7 september 2013

Van Burgos tot voorbij León…

Dertigste dag, zaterdag 7 september 2013
Burgos – Castrojeriz – Frómista – Carrion – Sahagun – León - Villadangos del Páramo



Dit mailtje kwam vanmiddag tegen twee uur binnen, verzonden vanuit een truckerscafé onderweg.

May,
We hebben vanmorgen Burgos bezocht en zijn nu op weg naar León.
Bij een chauffeurscafé hebben we iets te eten genomen met een kop koffie.
Het internet lijkt hier van goede kwaliteit. Als het goed is heb je al e.e.a. gekregen.
Dus weer een mogelijkheid om te internetten.
De kathedraal van Burgos vanmorgen was zeer indrukwekkend.
Groeten, FenG

Vandaag gaat het dus weer over lange wegen naar León, ruim tweehonderd kilometer verder. Met onderweg schilderachtige plekken, dorpen en stadjes om even te stoppen en rond te kijken.
Op welke manier? Met welk gemotoriseerd vervoermiddel? Dat krijgt vandaag eindelijk ook een gezicht. Van buiten en van binnen.

Dos plazas delante en el coche… twee plaatsen voorin de auto, en de rest achterin.

Dit als voorafje.
Het verdere verslag van de dag zal waarschijnlijk later vanavond volgen.
Esta noche.

_________________

Nog even dit:
het bericht van gisteren is vandaag nog uitgebreid met Frans’ eigen verhaal, met veel leuke details, en een aantal foto’s.
Wil je niets missen, dan kan even omlaag scrollen dus geen kwaad.
_________________

Deze mail van Frans en Gerry kwam binnen tegen half elf.

Van Burgos tot voorbij Leon

Door een fikse onweersbui werden we vanmorgen gewekt. Alweer gelukkig dat we niet in de tent lagen en een echt dak boven het hoofd hadden. Vandaag stond een bezoek aan de kathedraal en omgeving op ons programma. We hadden ons voorgenomen met de fiets te gaan, een paar kilometer door een wandelpark langs de rivier. Maar toen het weer niet echt wilde opknappen hebben we maar alles ingepakt en de auto gestart. Het pelgrimsezeltje stond nog te wachten op zijn baasje, die kennelijk nog in de kantine zat. Te ontbijten, desayunar

Dichtbij het centrum aangekomen zag ik een bord met de bekende ‘P’ en draaide een parkeergarage in. Na een druk op een rode knop ging de deur open en achter ons weer naar beneden. Sesam open U, Sesam sluit U. Het was wel erg krap en het was er overvol. Overal pijlbordjes in de richting van Recepcion Hotel. Dan weet je genoeg. We waren in een hotelgarage beland. Dus toch maar even naar de receptie. Gelukkig konden we er zonder al te veel poppenkast weer uit. Een pak van ons hart.
Na even zoeken vonden een nieuwe parkeerplaats op vijf minuten lopen van de kathedraal. De kathedraal, nog steeds indrukwekkend, even overdonderend als vier jaar geleden toen ik hier met May was. We namen een ‘elektronische gids’ die uitleg geeft over van alles wat er te zien is. En dat is zóóó veel. Geweldig. Schitterend. Overdaad ten top. Ook hier natuurlijk de onmisbare Santiago Matamoros, Jacob de Morendoder.

Even na één uur reden we verder richting León. Met het boekje van Sweerman op schoot, plus een landkaart voor een ruimer overzicht. Zo wist Gerry mij als co-equipier te loodsen naar de Camino route. Die hebben we dan honderd kilometer gevolgd. Via bekende plaatsen, die voor elke Santiagoganger een begrip zijn: Castrojeriz, Frómista, Carrion de los Condes en Sahagun. Wat mij opviel was het aantal Camino-wegwijzers, dat in vergelijking tot vier jaar geleden sterk is toegenomen. Hoe dichter je Santiago nadert, des te minder je Sweerman nog lijkt nodig te hebben.

Vooral op deze weg raakten we onder de indruk van de vele lopers die hier op weg naar Leon kilometers lang nauwelijks schaduw vinden, geen enkele faciliteit tegenkomen en hun hele hebben en houden op hun rug mee moeten torsen. Op een dag als deze gaat dat nog redelijk, maar als het tropisch heet is…

Vandaag zijn we 'geland' in Villadangos del Paramo, twintig kilometer na León, en hebben weer een flinke stap gezet in de richting van ons einddoel. Morgen gaat het door het Cantabrisch gebergte, Cruz de Ferro, Cebreiro, Alto San Roque, Alto de Poio, Portomarin, enzovoort. Als alles goed gaat hopen we er morgenavond aan te komen. Dan hebben we maandag nog één dag in Santiago om Jacobus te bezoeken en onze thuisreis verder voor te bereiden en dinsdagochtend vliegen we naar huis. Dan is ons grote avontuur passé...

We komen nu, kwart over tien, terug van het avondeten. We kozen voor het Menu del Dia, het dagmenu. Alleen hebben we nogal lang in de verkeerde ruimte zitten wachten. Gerry zou álles gelust hebben wat er maar te krijgen was omdat ze barstte van de honger. In het woordenboek hebben we nog gezocht naar het Spaanse woord voor ‘flauwvallen’, maar dat konden we niet vinden. Het is gelukkig ook niet nodig geweest...

Hasta la vista.
FenG.

___________________________

Tenslotte nog een paar mooie foto's die onderweg gemaakt werden.

De machtige kathedraal van León mag in deze rij natuurlijk niet ontbreken. Hier zijn ze al voorbij.

Deze weg had Frans 'al eerder gezien', zo schreef hij bij de foto. Ik trouwens ook. Samen met hem. Vanaf hier naderen we twee typische herkennings- punten van de camino...

De ruïnes van het middeleeuwse klooster San Antón. De weg loopt nu dwars door de kerk, althans waar die eerst stond. Links in de ruïne is een pastorale refugio gevestigd, zonder deur of poort, slechts van buiten gescheiden door een dichtgetrokken gordijn. Hoe dan ook, dat hééft wel wat...

Castrojeriz is een van de meest tot de verbeelding sprekende herkenningspunten op de camino. Die enorme bult met die machtige vesting op de top, die niettemin de tand des tijds (en des oorlogs) niet heeft weten te doorstaan.

In Carrion de los Condes staat deze muzikaal aangeklede Jacobus, die de pelgrims, die hier blijven overnachten (zoals Frans en May destijds), attent maakt op een concert in de avonduren. Daar hadden Gerry en Frans geen tijd voor. Santiago lonkt, en het vliegtuig naar huis stijgt al over een paar dagen op. En daar moeten ze natuurlijk bij zijn, tóch...?









vrijdag 6 september 2013

Déjà-vu in Burgos

Negenentwintigste dag, vrijdag 6 september 2013
Estella – Logroño – Santo Domingo – Burgos



Hallo die May!’
‘Ola, signor!’
Frans, na een mooie dag, opnieuw langs tal van bekende plekken, net aangekomen bij Burgos.
‘Weet je waar we hier zijn? Camping Fuentes Blancas… ik dacht, hier bén ik al eens geweest. Dáár zat May toen de blog bij te werken… ja…’
‘Ik zie die plek ook nog helemaal voor me. Goh, leuk.’
‘Was toen ook een Nederlandse jongen aan de receptie?’
‘Dat kan ik me niet herinneren… ik weet wel nog dat ik toen veel Spaans heb moeten praten. Maar dat is voor jullie natuurlijk extra gemakkelijk, hè?
‘Ja, we hebben een huisje gehuurd, het eerste bij de ingang. Kun je je die nog herinneren? Zo’n rood bakstenen huisje, nummer 1.’

Puur enthousiasme. Feest van herkenning. De hele weg trouwens al. De mooie slingerende klim door de toen nog groene Montes de Oca.
En die gletsjerachtige bergen na Santo Domingo de la Calzada.

En ook nog op bezoek geweest bij Chris uit Neerpelt, waar ze de eerste overnachting genoten hadden. Chris en zijn vriend Louis zijn deze weken in de albergue van Los Arcos (foto links) op vrijwilligersbasis bezig als hospitaleros, beheerders en gastheren voor de pelgrims die hier overnachten. Het is dit jaar onnoemelijk druk. Om drie uur ’s middags is de tent al mudjevol. Er slapen zelfs mensen buiten onder het afdak. Ook vannacht, toen het gigantisch geonweerd had, met enorme watermassa’s.

In ieder geval is hier in Burgos dus internet.
‘Ik heb het verhaal nog niet klaar. Dat stuur ik je straks wel door. Met een heleboel foto’s.’
‘Heb je er ook een gemaakt van jullie ‘pelgrimsbusje’..?’
‘Nee, maar die zal ik meteen maken…’
‘Je hoeft je trouwens niet te haasten met je verhaal. Ik kijk vanavond voetballen. Estland-Nederland. Daarna begin ik pas aan de blog. Hasta luego!’ Tot straks.
Tot zover een kort, maar enthousiast gesprek met Frans. Hij voelt zich steeds beter. ’s Morgens nog wat licht in het hoofd, maar dat verdwijnt gaandeweg bij het vorderen van de dag.
Straks meer.
____________________

Nou ja, dat hadden we allemaal gedacht. Maar als ik na de wedstrijd (op het nippertje 2-2) nog steeds niets binnen heb, bel ik Frans.
'Nee, het lukte vanavond niet. Er was met de internetverbinding iets aan de hand waar niemand een oplossing voor had...'
De 'router-houders' weten dus niet waar het aan ligt. Kennelijk allemaal delend in (of zich verschuilend achter) de malaise van de ondoorgrondelijke wegen van de informatica. Hopelijk staat er een nieuwe generatie klaar, waarbij dit excuus niet meer als acceptabel beschouwd hoeft te worden...
Frans belooft morgen ergens een Mac binnen te lopen om alles, wat hij vanavond op het tablet verzendklaar heeft gemaakt, alsnog naar ons door te sturen.
Hasta mañana.

____________________

Vanmiddag tegen twee uur kwam de mail van Frans en Gerry binnen, verzonden vanuit een truckerscafé. Met een aantal foto's
Het tweede verslag van een dezelfde dag, zij het meer gedetailleerd met leuke momenten. Hier komt-ie.


Vannacht hebben we geslapen in de jeugdherberg van Estella. Heel onverwacht waren we daar terechtgekomen, omdat de wegwijzer naar de camping ons een kennelijk een verkeerde kant op gestuurd had. Bij de receptie werden we hartelijk ontvangen. We konden er slapen op een kamer met drie meisjes, een Duitse en twee Zuid-Koreaantjes.
We hadden meteen maar het diner mee geboekt en om acht uur mochten we aan tafel. Een beetje vreemde avondmaaltijd. Het hoofdgerecht bestond uit gehaktballetjes, alleen maar gehaktballetjes, verder niets. In elk geval was de gebonden groentesoep vooraf erg lekker.
Tijdens het eten begon het buiten te weerlichten en even later stortte de regen met bakken omlaag. Zeker twee uur duurde het voordat het tormenta (het onweer) uitgeraasd was. Waren wij even blij dat we die camping niet hadden gevonden!

Na nog wat met deze en gene gekletst te hebben was het tijd om naar bed te gaan. De slaap werd snel gevat. Maar, voor ons gevoel, midden in de nacht begon Brunhilde (zo noem ik haar maar, ik weet niet hoe ze echt heette), nerveus te rommelen. Opstaan. De kamer uit. Weer terug in bed. Even stil. Weer opstaan en zo maar door. Toen het eindelijk een tijdje stil was, begon ergens een haan driftig de nieuwe dag aan te kondigen. Brunhilde checkte de tijd op haar mobieltje en hervatte haar eerder beschreven ongedurige rituelen. Uit bed, ritssluiting open, weer dicht. Rugzak volproppen. Rugzak weer helemaal leeg halen, weer volproppen… en toen knipte ze het licht aan. Zes tl-buizen ineens, kun je je dat voorstellen? Na de deuren nog een paar keer open en dicht gemaakt te hebben leek het erop dat ze vertrokken was, als ultravroege vogel de camino op, richting Los Arcos en Logroño. Eindelijk. De rust keerde weer en we konden nog even slapen. Tot zover deze ervaring. Ik vond het maar helemaal niks, maar Gerry vond desgevraagd: ‘Och, het viel wel mee...’ Ik moest even denken aan haar broer destijds in Santo Domingo de la Calzada, die het na een vreselijke nacht – dat vond ik althans – ook best vond meevallen...

Na het karige Franse ontbijt, maar wel met uitstekende koffie, werd de boel ingepakt. Verder richting Los Arcos. Daar hoopten we Chris, de gastheer van ons eerste overnachtingadres weer treffen. Hij en zijn vriend Louis zouden daar als hopitaleros werken in de albergue de peregrinos. Los Arcos, een leuk karakteristiek plaatsje, bleek echter drie refugio’s of albergues te hebben, dus moesten we misschien wel bij alle drie langs. Bij de albergue municipal zaten al mensen op de stoep te wachten op het moment waarop de deuren zouden opengaan. Klokslag twaalf. Wij zaten intussen te genieten van een heerlijke kop koffie op het pleintje naast de kerk. De pelgrimsroute loopt via dit pleintje en daarom is het er dagelijks rond deze tijd een drukte van belang.
Toen onze magen meldden dat het tijd werd voor de lunch, trokken we ons terug op een bankje in de schaduw op de oever van de rivier (de Rio Ega) en genoten van onze worst, kaas en brood en een appeltje.

Daarna was het tijd geworden om Chris en Louis op te gaan zoeken. In de municipal (we bleven eerst een beetje op afstand) zagen we ze allebei druk bezig. Chris met het inschrijven; het was hem aan te zien hoezeer hij van de contacten met pelgrims genoot. Louis bracht de mensen naar hun slaapplaats en gaf intussen instructie hoe men zich diende te gedragen in de refugio.
Toen de rust enigszins was weergekeerd stapten we op Louis af. Hé! Ja, ze hadden het er nog over gehad dat we een dezer dagen langs zouden moeten komen. En daar waren we dan. Een hartelijk welkom viel ons ten deel. Chris omhelsde Gerry meteen en zoende zoals Belgen dat gewoon zijn te doen. Even zitten. Ze vertelden dat de refugio meestal om half drie in de middag al vol zat. Om zoveel mogelijk mensen te kunnen helpen werden er ook nog buiten onder afdaken gelegd. Mocht eigenlijk niet, maar ja, nood breekt wet. Het was nog nooit zo druk geweest als dit jaar! Bij ons vertrek moesten we beloven na terugkeer contact met hen op te nemen om nog eens gezellig bij te kletsen.

In Logroño maakten we een volgende korte pauze. Foto’s geknipt van de markante kathedraal en genoten van de sfeer in de smalle straatjes en steegjes. Daarna verder richting Burgos, zoveel mogelijk de fietsroute van Sweerman volgend. Voor mij op veel plaatsen een feest van herkenning. Uiteindelijk kwamen we terecht op camping Fuentes Blancas. Ik zag het meteen. Hier heb ik een paar jaar geleden ook met May overnacht. Herinneringen blijven maar komen…
Morgen gaan we Burgos bezoeken. Hoe, dat zien we nog wel.

Saludos!
FenG
_____________________________________


Nog een paar nagekomen foto's van deze dag.


Vlak na Estella kom je in een klim langs het oude klooster van Irache, sinds enkele decennia enigszins verscholen achter een wijnbedrijf. Hier kan de pelgrim gratis water tappen ... en wijn. Helaas voor Frans en Gerry was het wijnvat al leeg...

Na de wijnproeverij voert de weg via Los Arcos, Viana, Logroño, Nájera, Santo Domingo de la Calzada en Belorado door prachtige landschappen naar Tosantos. Hier hier staat op grote hoogte tussen de vroeger bewoonde rotsopeningen de kapel Virgen de la Peña...

Na de kapel van de vorige foto gaat de weg rechts omhoog door de Montes de Oca naar een hoogte van 800 meter, de Spaanse Hoogvlakte. Dat levert uiteraard schitterende panorama's op.

donderdag 5 september 2013

Op vier wielen naar Estella

Achtentwintigste dag, donderdag 5 september 2013
Saint-Palais – Pamplona – Estella


Vanochtend om halftien stopte het taxibusje voor het hotel, terwijl we nog heerlijk achterom in de schaduw zaten. Het zat al hartstikke vol met koffers. We vroegen ons af hoe onze fietsen daar nog bij konden. Maar de chauffeur stelde ons gerust; een aantal koffers moest onderweg naar St.-Jean-le-Vieux nog ergens afgeleverd worden. Dus kon er met een gerust gevoel vertrokken worden. Als een Vliegende Fransman scheurde hij over de wegen. Eerst door Uharte-Mixe, langs ons laatste fiets-overnachtingsadres, de gîte L’Escargot. Dat raakte ons wel even, maar riep ook mooie herinneringen terug, met name aan de groep Canadezen (zie foto).

Tijdens de rit herkenden we nog meer plekken die we maandag op de fiets gepasseerd hadden, en uiteindelijk kwamen we bij het huis van madame Valérie. Haar ontvangst was hartelijk. De bloemen werden in ontvangst genomen met de mededeling dat dit echt niet nodig was geweest, maar je zag aan haar dat ze het erg leuk vond. De garagedeur werd geopend en daar stonden ze dan, onze stalen/aluminium reisgenoten, nog met volle bepakking. Er werd een fietsendrager op het busje gemonteerd, de bepakking ingeladen en koers gezet richting Spanje.

Even later waren we in St.-Jean-Pied-de-Port, de beroemde pelgrimverzamelplaats, waar voor de meeste lopers hun camino begint. Wat een drukte daar. Het leek Valkenburg wel. Van daaruit reden we door naar Arneguy, de Spaanse grens, waar we even uitstapten voor een fotomoment. Daarna verder naar Valcarlos, waar de echte beklimming van de Ibañeta begint. Dat was voor Gerry en zeker ook voor mij toch wel een belevenis, temeer omdat ik er een paar jaar geleden op mijn tocht met May nauwelijks iets van gezien had vanwege de dichte mist. Het was heel bijzonder. Regelmatig haalden we lopers en fietsers in die naar boven zwoegden. Gerry vond de klim wel erg lang en op sommige plaatsen erg stijl en bochtig. Stel je voor… maar goed, daar moeten we maar niet meer aan denken.

En daar was dan de kapel met het kruis. De top van de klim. Weer even de camera gepakt om ook dit moment vast te leggen. Onze chauffeur, een student, die deze ritten deed als vakantie-werk, knipte er ook een paar waar we allebei opstonden.
Van de top van de Puerte de Ibañeta was het nog maar een klein sprongetje omlaag naar Roncesvalles. Daar stond de taxi uit Pamplona al klaar. Nadat alles was overgeladen namen we afscheid van ‘onze’ Fransman, die het busje keerde en terug richting Frankrijk verdween.

In het Spaanse busje reden we (langs het vaak gefotografeerde bord ‘Santiago de Compostela 790’) verder de berg af. Op weg naar de volgende klim, de Puerto de Erro, 800 meter hoog. Op de top kon ik mij nog de plek herinneren waar ik met May een rustpauze gehouden had, terwijl de lopers uit het struikgewas tevoorschijn kwamen en hier de weg overstaken om hun camino te vervolgen. Voor de rest was het beeld al behoorlijk vervaagd.
Op de Aeropuerto van Pamplona, niet meer dan een lokaal vliegveldje, te vergelijken met ons Maastricht-Aachen Airport, hebben we ‘onze’ auto in ontvangst genomen en alle bagage, inclusief onze fietsen, ingeladen. We vervolgden de auto-camino richting Puente La Reina.

Vertrouwde beelden kwamen weer terug… de dag toen ik in Puente la Reina met May stopte voor de refugio van de paters Reparadores, precies ter hoogte van het grasveld waar we toen onze tent opgeslagen hadden. We stopten hier en maakten een wandeling door de Calle Mayor, de hoofdstraat, tot aan het zijstraatje naar de beroemde brug, waar het stadje zijn naam aan dankt: ‘brug van de koningin’, Doña Mayor, die ze lang geleden had laten bouwen. Alsof ik hier vorige week nog geweest was… niets veranderd. Al eeuwen trouwens niet. In een cafeetje bestelden we een stuk spinazietaart en een lekker fris glaasje ‘spa’.

Na Puente la Reina reden we over de NA110 (de camino-fietsroute, zie deze nostalgische kiek uit 2009…) verder richting Estella. Onderweg bogen we even af naar Cirauqui, met zijn twee kerken schilderachtig op een heuveltop gelegen. Deze kerken bevatten elementen van de Moorse bouwkunst. Helaas waren ze dicht. Het dorp heeft nog nauwelijks iets van zijn middeleeuwse karakter verloren.

Nu zijn we in Estella, waar we de nacht zullen doorbrengen in de jeugdherberg, de albergue juvenil. Voor Gerry de eerste keer om met meer mensen op een kamer te moeten slapen. Ik ben benieuwd.
Ons doel voor morgen is Burgos, als we tenminste niets anders bijzonders tegenkomen. We zien wel en laten ons verrassen. Maar één ding is zeker: je beleeft alles héél anders dan op de fiets.
Buenas noches.
FenG

_________________________________

Van de internetmogelijkheid in Estella maakten onze toeristische pelgrims gebruik om een behoorlijk aantal foto's door te sturen, waarvan er een paar in het bovenstaande bericht opgenomen zijn.
De rest wil ik jullie zeker niet onthouden.


Afgelopen maandag waren onze (toen nog) pelgrims vroeg vertrokken naar de Spaanse grens. De mist hing nog in de dalen, een majestueus gezicht. Ze bevroedden toen echter nog niet hoe het hun deze dag verder zou vergaan. Want...

... een paar uur na het knippen van de bovenstaande foto lag Frans met een hartritme-stoornis in het ziekenhuis van Saint-Palais aan de slangetjes. Het fietsen was voorbij... maar het leven gaat (gelukkig) door.

Gerry in Hôtel de la Paix aan de computer. Jammer dat mademoiselle Jennifer er niet bij staat, want dat was de reddende engel in de nood...

Woensdag werd een wandeling door Saint-Palais gemaakt. Het interieur van de église Saint-Paul was best bijzonder met die grote schilderingen.

Zulke fraaie, welriekende 'resten' vindt men normaal niet in een toiletpot. Maar wat doe je anders als je in de Zuid-Franse hitte dit boeket een dag vers moet houden..?

Vandaag, donderdag, begint het gedwongen toeristische deel van de pelgrimage. Voor Frans hier en daar een feest van herkenning... zij het met ambivalente gevoelens. Maar toch: dit was wat hij Gerry wilde laten zien. Hier de kerk El Crucifijo (de Gekruisigde) van de paters Reparadores in Puente la Reina.

Het altaar in de Jacobskerk van Puente la Reina is een artistiek blokkendoosbouwwerk van ten hemel stijgende elementen, tot de gewelven toe, goud en bladgoud... blink, schitter... een ekster zou er helemaal gek van worden...