woensdag 14 augustus 2013

Van de boerderij naar de abdij

Zesde dag, woensdag 14 augustus 2013
Les Rues-des-Vingnes – Noyon / Ourscamps, 95 km


Tien voor zeven. Telefoon uit Frankrijk. Frans.
‘Bonjour, François’, begroet ik hem, ‘comment allez-vous?’
‘Très bien, merci’, luidt zijn antwoord, ‘nous avons fait aujourd’hui quarte-vingt-quinze kilomètres…’ Frans kent Frans. Gerry kent Frans ook, maar praat liever Engels…
Bijna honderd kilometer! Geweldig! In zes dagen al meer dan 440 kilometer in totaal.
Dan begint Frans, gewoon in het Limburgs, af te lopen met het verslag van de dag.

Na afscheid te hebben genomen van Martine Bretzner passeren we bij Vaucelles een torentje dat ooit deel uitmaakte van een kilometers lange middeleeuwse vestingmuur rond de voormalige abdij. We krijgen meteen een hele reeks korte venijnige klimmetjes voor de wielen, die echter voor Electric Gerry nauwelijks een probleem opleveren. We ontmoeten twee medepelgrims uit Beringen in Belgisch Limburg. Ze willen half september weer terug zijn en maken dagafstanden van meer dan honderd kilometer. Na een leuk gesprek kachelen ze weer verder.
Het is een pittig dagje vandaag, niet alleen door de heuvels, maar ook door de gestage tegenwind. Maar het weer is prima. Volgens de lange termijnvooruitzichten zal het de komende twee weken zo blijven – wat zijn we toch bofferds – en die wind moet je dan maar voor lief nemen.
Bij St.-Quentin liggen we heerlijk een half uurtje in het gras langs het kanaal. Even bijtanken.

Om half drie komen we in Berlancourt aan, de geplande bestemming voor vandaag. Bij de gîte is niemand te zien. Het ziet er trouwens buitenom ook niet al te ordelijk uit, een beetje een rommeltje. We besluiten niet te blijven wachten tot er ooit eens iemand thuiskomt en rijden door. Acht kilometer verder ligt bij Bussy ook een gîte. Een grote boerderij die je al van verre ziet liggen. Maar ook daar geen mens te bekennen.

Van hieruit is het nog een kilometer of zeven naar Noyon met zijn schitterende kathedraal die boven de stad uittorent. Hier werd Karel de Grote in 768 tot koning gekroond. In een kerk die toen op de plek stond van deze middeleeuwse kathedraal. Wát een indrukwekkende pracht. Er komt meteen een vrouw naar ons toe die ons voorgaat naar een kluisachtig kamertje waar we een stempel krijgen.
Ze wijst ons de weg naar de abdij van Ourscamps, zes kilometer verder, die pelgrims gelegenheid biedt om te overnachten. We worden vriendelijk ontvangen door de frater hostellier, die ons een plek voor onze tent wijst op een perfect gemaaid grasveldje achter een hoge muur. Campingkosten? Pro Deo. Je mag, als je dat wil, een vrije gave in een brievenbus stoppen. Een speciale code geeft toegang tot de sanitaire voorzieningen, die prima zijn. Er kamperen hier ook zigeuners in grote caravans, speciaal gekomen voor de viering van Maria Hemelvaart, een feest dat hier morgen nog grootscheeps gevierd wordt met een processie, muziek en een braderie.
Wat verder bij ons vandaan staan de resten van de oorspronkelijke cisterciënzer abdij, in 1129 gesticht door de heilige Bernardus. De ruïnes van het koor van de abdijkerk dateren uit het midden van de 13e eeuw. Het tegenwoordige abdijgebouw zelf stamt van vlak voor de Franse revolutie. We worden ook uitgenodigd voor de vespers om zeven uur. Heel speciaal.

We koken vandaag zelf. Ravioli met mais en fromage erover, dat samen met een wijntje genuttigd wordt in een grote tent die als ontmoetingsplek voor pelgrims door de paters neergezet is. In meerdere opzichten dus God in Frankrijk.
Frans vertelt het allemaal met duidelijk hoorbaar enthousiasme en Gerry vult vrolijk aan.
‘Moeten jullie niet naar de vespers..?’ informeer ik terloops.
‘Och, die begint pas om zeven uur…’
‘Het is vijf over zeven’. De klok in mijn keuken liegt niet.
‘Dan hoeven we dus niet meer naar de vespers’, is het laconieke antwoord van Gerry, ‘zijn we daar weer lekker langs gekomen.’

Er is nog geen reisdoel voor morgen vastgesteld. Gerry: ‘We zien wel. Eerst maar eens afwachten hoe geradbraakt ik morgenvroeg uit de tent kruip. Het was heftig vandaag. We zijn best moe, maar wel voldaan.’
Alors, bonne soirée et bonne nuit.

2 opmerkingen: