woensdag 14 augustus 2013

Chambre..? Of toch niet liever in de tent..?

Vijfde dag, dinsdag 13 augustus 2013
Tournai – Les Rues-des-Vignes, 80 km


Ik tref Gerry vanavond aan de telefoon opnieuw in een opperbeste stemming. Ze hebben net het diner achter de kiezen in de keuken van een 'pelgrimshuis' in Les Rues-des-Vignes, waarover later meer. De uitvinding internet is hier in ieder geval nog niet doorgedrongen, althans nog niet operabel. Vandaar dat telefoontje dus. Hier een korte samenvatting van Gerry's mondelinge verslag.

Vanmorgen om half negen vertrokken we uit Tournai en drie kwartier later passeerden we de Franse grens, een wapenfeit dat uiteraard fotografisch vereeuwigd behoort te worden.
De reis voert langs de oevers van de Escaut, de Schelde dus. Bepaald niet altijd even vlak. De dorpjes, zeg maar liever gehuchtjes, zijn uitgestorven. Nergens een terras te vinden voor een kop koffie. Nergens? Ja toch, in één van die dorpjes zien we onverwacht een uithangbordje ‘Café’. Een onooglijk klein kamertje met een biljard, een 'presse' (een kranten- en boekenrek) en een petieterige 'alimentations' c.q. levensmiddelenafdelinkje. Eigenlijk helemaal niks, maar toch alles. Het Franse platteland in optima forma.

Later op de dag maken we, omdat er niets beters te vinden is, noodgedwongen een pauze op de trappen van een kerkje. Gastankje uitgepakt, water gekookt, koffie gezet, brood uit de tassen en lunchen. Als we weer willen opstappen zien we achter ons op de trappen precies waar we gezeten hebben… prachtige afdrukken van 'ós batze'… Hoeperdepoep zat op de stoep... lachen!! Aan jullie nu de vraag wie waar heeft gezeten. Maar hoe dan ook: zo laat iedereen wel eens sporen achter. Alleen jammer dat ze weer opdrogen...

Om half twee zijn we in Cambrai (vroeger onder de naam Kamerijk behorend tot de 17 Provinciën der Verenigde Nederlanden), tegenwoordig een stad van bijna 35.000 inwoners aan de bovenloop van de Schelde, met een mooi oud centrum. Er is net kermis. Én een behoorlijke keuze aan terrasjes. We nemen heerlijk de tijd om te gaan verkennen, waarbij een bezoek aan de Notre Dame-kathedraal een nieuwe stempel oplevert. En dan vinden we eindelijk weer eens een plek met ‘connection internet’, waarvan meteen gretig gebruikt wordt gemaakt.

Hi May,
We zitten in Cambrai bij Mac Donalds en lezen jouw leuke verhalen op de blog. Geweldig! Het is nu 15.20 uur en we rijden nog zo'n 15 km. verder. Misschien hoor je nog iets van ons. Alles gaat perfect.
Groetjes, Feng.


En zo komen we dan, de Escaut volgend, met 80 kilometer op de teller in het eerder genoemde Les Rues-des-Vignes, een vlekje van zo’n 6 à 700 inwoners. Een bordje wijst naar een pelgrimsonderkomen. Het blijkt een boerderij te zijn, met een vierkante binnenplaats als vroeger bij ons, stallen, schuren en een weitje erachter voor tenten. Overnachten op een chambre is ook mogelijk. Maar nadat we die gezien hebben besluiten we toch maar liever ons tentje op te zetten.

Gerry noemt niet de naam van deze overnachtingsplek, maar wel dat ze aanbevolen was door Mario, de Belgische fietser van gisteren. ‘Van horen zeggen’. In de blog van ene Adri Platje, die vorig jaar naar Santiago fietste, lees ik over ene madame Martine Bretzner in de Rue de Basse. Wellicht dat Gerry en Frans daar nu de nacht doorbrengen. Madame toont zich aanvankelijk wat beledigd omdat ze niet de kamer namen, maar draait langzaam bij en zit na het diner, terwijl Gerry met mij telefoneert, genoeglijk met Frans te kletsen. Ze kent een beetje Engels, vandaar.
De volgende dag bevestigt Frans mijn vermoeden. Madame Martine blijkt een bijzondere vrouw te zijn. Een nijvere bij. Steeds in de weer. De gebouwen, bijna elke dag gasten, en de permanente zorg voor twee bejaarden. Voor de familie van die dames is dat een stuk goedkoper dan een bejaardentehuis. Bovendien krijgen ze hier heel wat meer persoonlijke aandacht. Maar je moet het maar kunnen opbrengen. De viergangenmaaltijd die Martine op tafel brengt is zonder meer perfect en de wijn, een Bordeaux, overheerlijk. Niets dan lof.

Het gaat uitstekend met ons pelgrimskoppeltje. Gerry: ‘We voelen ons echt als God in Frankrijk. Het gaat hartstikke perfect. Alles is nog heel gebleven, geen lekke banden, niet gevallen, nog niemand onder een auto gekomen… én... nog géén ruzie gehad!’ Mijn liefje, wat wil je nog meer..?


1 opmerking:

  1. Over de batsen....... dat zie je zo wel vanuit ons gezichtspunt: Frans heeft links op het trapje gezeten en Gerry rechts. Arno en Joke Verberkt

    BeantwoordenVerwijderen